Wet Verbetering functioneren VvE’s is van kracht

Per 1 januari 2018 geldt de Wet Verbetering functioneren VvE’s. De wet betreft een aanpassing van de artikelen 113, 122, 123 en 126 van Boek 5 BW. De wet heeft als doel het functioneren van VvE’s te verbeteren, met name door het lenen van geld door een VvE te vergemakkelijken en het vullen van een reservefonds te reguleren.

In de Overgangswet NBW is art. 172 aangepast, zodanig dat de regels voor het vullen van het reservefonds een overgangstermijn van drie jaar kent. Voor bestaande geldleningen blijven volgens art. 172 lid 8  de bepalingen van het oude art. 113 lid 5 en 6 en 122 lid 2 tweede volzin van toepassing.

Het oude art. 113 lid 5 luidde:

Voor de schulden der vereniging zijn zij die appartementseigenaar waren ten tijde van het ontstaan van de schuld, met de vereniging hoofdelijk verbonden, en wel, indien de prestatie deelbaar is, ieder voor een deel in de verhouding bedoeld in lid 2.

[noot van de redactie: 5:113 heeft pas sinds 1-1-2018 een lid 6, en alleen lid 5 wordt door de wet gewijzigd.]

 

Het oude art. 122 lid 5 inclusief tweede volzin luidde:

[noot van de redactie: slechts lid 5 en 6 van art. 122 is gewijzigd, bedoeld zal zijn art. 122 lid 5 tweede volzin.]

De notaris draagt zorg dat aan de akte van overdracht of toedeling een door het bestuur van de vereniging van eigenaars afgegeven verklaring wordt gehecht, die met betrekking tot de in lid 3 genoemde bijdragen waarvoor de verkrijger aansprakelijk zal zijn, een opgave inhoudt van hetgeen de betrokken appartementseigenaar op de dag van de overdracht of toedeling aan de vereniging schuldig is. De verkrijger is jegens de vereniging niet verder aansprakelijk dan tot het bedrag dat uit de opgave blijkt.

 

Update 11 januari 2018: BZK bevestigt dat er inderdaad iets mis is gegaan met de verwijzingen; dit zal met de eerstvolgende gelegenheid dat de Overgangswet wordt gewijzigd, worden meegenomen.